Rapport 19 februari 2021: klachten over de inzet van generalisten van WIJeindhoven

Op 11 november 2020 heeft ………… hierna ook genoemd “Verzoeker”, online een klacht ingediend bij de Ombudscommissie Eindhoven (hierna: “de Ombudscommissie”) over WIJeindhoven. Verzoeker is sedert ongeveer 6 jaar in contact met (generalisten van) WIJeindhoven in verband met problemen in de omgangsregeling met zijn zoon na een problematisch verlopen echtscheiding. Verzoeker is van mening dat WIJeindhoven niet actief bemiddelt/heeft bemiddeld, waarmee het belang van zijn zoon niet wordt gediend. Verzoeker heeft aan de Ombudscommissie gevraagd zijn klacht te onderzoeken.

Bevoegdheid, kenbaarheid en behandelingsplicht

Zoals volgt uit artikel 9:20 van de Algemene Wet Bestuursrecht (hierna: “Awb”), is de Ombudscommissie slechts bevoegd om een klacht te behandelen nadat de gemeente Eindhoven, in casu de onder de verantwoordelijkheid van de gemeente opererende stichting WIJeindhoven (hierna: “WIJeindhoven”), eerst zelf de klacht behandeld heeft. Dit heet ook wel het kenbaarheidsvereiste. De Klachtadviescommissie WIJeindhoven moest dus eerst de klacht van Verzoeker zelf behandelen vóórdat de Ombudscommissie de klacht kon onderzoeken. De Klachtadviescommissie heeft haar onderzoek (informeel) afgesloten met haar oordeel van 28 september 2020, waarna Verzoeker zijn klacht heeft voorgelegd aan de Ombudscommissie.

Procedure

Op 11 november 2020 heeft Verzoeker per e-mail op voorhand aan de Ombudscommissie onderliggende stukken met betrekking tot de klacht doen toekomen. De Klachtadviescommissie van WIJeindhoven heeft per e-mail van 2 december 2020 aan de Ombudscommissie stukken doen toekomen en daarmee inhoudelijk gereageerd op de klacht van Verzoeker zoals ingediend bij de Ombudscommissie.

Partijen zijn uitgenodigd voor een hoorzitting op 20 januari 2021. Aan het einde van deze hoorzitting heeft de voorzitter van de Ombudscommissie het onderzoek gesloten.

Op 1 februari 2021 is aan partijen een Verslag van Bevindingen toegezonden. Naar aanleiding daarvan heeft Verzoeker gereageerd per email van 14 februari 2021 (cc verzonden aan WIJeindhoven). De Ombudscommissie heeft dit emailbericht als bijlage aan het Verslag van Bevindingen toegevoegd en partijen daarover per email van 15 februari 2021 geïnformeerd. De Ombudscommissie meent thans een volledig beeld van de gang van zaken te hebben en komt in dit verslag tot haar bevindingen.

De bevindingen van de Ombudscommissie

Het standpunt van Verzoeker

De Ombudscommissie heeft kennis genomen van het dossier en de ingekomen stukken tot aan het moment van de hoorzitting.

De ingediende klachten houden verband met het volgens Verzoeker niet actief bemiddelen door WIJeindhoven in verband met problemen rond de omgangsregeling tussen Verzoeker en zijn zoon na een problematisch verlopen echtscheiding. De klachten richten zich tegen WIJeindhoven, twee generalisten en twee teamleiders.

Verzoeker vindt het erg moeilijk om zijn verhaal beknopt weer te geven. De klachtonderdelen die uit het door Verzoeker op 11 november jl. ingediende verzoek kunnen worden begrepen zijn de volgende:

  1. Moeder houdt zoon weg van vader en uit structureel ongegronde beschuldigingen over gedrag vader;
  2. Generalist van moeder: a. heeft totaal geen poging gedaan/zich onvoldoende ingespannen, c.q. is niet geslaagd de moeder te overtuigen dat geen contact met vader schadelijk is voor het kind; b. heeft geschreven dat moeder rust ervaart door het kind niet meer te stimuleren naar vader te gaan, hetgeen in strijd is met gedragswetenschappers en de Raad voor de Kinderbescherming; c. heeft verzuimd om aan de Raad voor de kinderbescherming te melden dat moeder niet meewerkt aan pogingen om het contact te herstellen en zoon weg houdt bij de vader.  WIJeindhoven
  3. a. Krijgt het structurele gedragspatroon van de moeder niet helder gemaakt en geadresseerd;
    b. heeft alleen een SMI-indicatie geregeld voor opvang van de zoon voor de dagen van de moeder en niet voor die van de vader;
    c. bemiddelt niet actief

Het standpunt van WIJeindhoven
WIJ Eindhoven heeft met het overleggen van stukken per email van 2 december 2020 op de hierboven genoemde klacht gereageerd, in het bijzonder met het verweerschrift zoals door haar ingediend in de 1e lijns klachtprocedure bij de Klachtadviescommissie WIJeindhoven en met het daaraan toegevoegde schrijven van Teamleider ………….. d.d. 2 december 2021. Pagina 3 van 8 WIJeindhoven is van mening dat Verzoeker weliswaar blijft terugkomen op feiten die zouden onderschrijven dat hij in zijn nadeel wordt gesteld, maar dat deze feiten niet worden benoemd en aangetoond.

WIJeindhoven geeft aan dat door WIJeindhoven en in het bijzonder door de beide generalisten – ook door generalist van de moeder – actief is bemiddeld en integer is gehandeld in de problemen rond de omgangsregeling tussen Verzoeker (vader) en zijn zoon.

WIJeindhoven ziet hoe ingewikkeld het is om ouders te ondersteunen bij de totstandkoming van een goede omgangsregeling wanneer sprake is van een vechtscheiding. WIJeindhoven ondersteunt maar is niet verantwoordelijk voor de dynamiek van ruziënde ouders. Het is moeilijk voor ouders om uitsluitend in het belang van kinderen te denken en te handelen. De schade die het vechten tussen ouders veroorzaakt treedt niet alleen op bij de ex-partners en het kind, maar ook bij de betrokken medewerkers, hetgeen ook hier het geval is.

Sinds april 2020 ziet Verzoeker zijn zoon volgens de normale omgangsregeling. Er is tegemoetgekomen aan zijn verzoek voor een extra dagdeel SMI Kluppluz. Na de zomer is een Topaze-traject ingezet, gericht op solo-ouderschap.

Hoorzitting

Tijdens de hoorzitting geeft Verzoeker aan dat het probleem voor hem daarin zit dat hij veel tijd en negatieve energie heeft moeten steken in WIJeindhoven om dingen geregeld te krijgen. Tijd en energie die hij liever aan zijn zoon had willen besteden. Het Topaze-traject dat na de zomer is ingestoken, is nog steeds niet van de grond gekomen. Wel is er inmiddels een gezinsvoogd aangesteld, waardoor de communicatie beter verloopt en zaken sneller geregeld kunnen worden. Ook krijgt Verzoeker ondersteuning van zijn huisarts. Het contact tussen Verzoeker en zijn generalist is nog steeds verbroken, ofschoon Verzoeker wel tevreden was over deze samenwerking.

De generalist van vader zegt veelvuldig met Verzoeker te hebben gesproken over diens onvrede over de situatie, de eigen rol van Verzoeker daarin en de problemen die hij heeft bij het omgaan met de situatie.

Indien het contact met Verzoeker zou worden hersteld, zou zijn generalist zich bij Topaze sterk kunnen maken voor een snelle(re) afhandeling van het aangevraagde traject.

Generalist van moeder geeft aan dat de aanvraag voor een Topaze-traject inderdaad al na de zomer is ingezet, maar dat de afhandeling van de aanvraag vervolgens aan Topaze is. In verband met wachtlijsten kan dat enige maanden duren. Pagina 4 van 8 Teamleider van de generalist van vader is sinds begin 2019 in contact gekomen met Verzoeker. De reden dat hij in april 2020 niet is ingegaan op diens verzoek om een gesprek te hebben op procesniveau, was dat in die periode Verzoeker alle mogelijke betrokkenen tegelijkertijd benaderde. Vanuit zijn rol als toezichthouder zag deze teamleider het als zijn taak om de communicatie zo veel mogelijk centraal te houden.

Wijze van beoordeling

De Ombudscommissie beoordeelt of het bestuursorgaan zich in de door hem onderzochte aangelegenheid al dan niet behoorlijk heeft gedragen (art. 9:27 lid 1 Awb). De Ombudscommissie toetst het handelen van WIJeindhoven aan de hand van de behoorlijkheidswijzer.

De Ombudscommisse baseert haar oordeel op het dossier en de ingekomen stukken tot aan het moment van de hoorzitting en op hetgeen door partijen op de hoorzitting naar voren is gebracht. Het onderzoek is aan het einde van de hoorzitting gesloten.

Voor zover het na de hoorzitting op 14 februari 2021 ingekomen emailbericht van Verzoeker een reactie bevat op het Verslag van Bevindingen, is deze door de Ombudscommissie in zijn overwegingen betrokken.

Overwegingen

De Ombudscommissie wenst op geen enkele wijze afbreuk te doen aan de schade die de vechtscheiding (heeft) veroorzaakt aan Verzoeker, zijn zoon en zijn ex-partner. Een beoordeling van de wijze waarop de belangen van Verzoeker in onderhavige gezinssituatie zijn of dienden te worden behartigd valt echter buiten de bevoegdheidssfeer en het beoordelingskader van de Ombudscommissie.

Klacht met betrekking tot de moeder

Ad klachtonderdeel 1 (Moeder houdt zoon weg van vader en uit structureel ongegronde beschuldigingen over gedrag vader) De bevoegdheid van de Ombudscommissie beperkt zich tot het overheidsoptreden van (ambtenaren van de) gemeente Eindhoven. Het is niet aan de Ombudscommissie om zich uit te laten over klachten over beweerde gedragingen van burgers onderling (in dit geval, van Verzoeker over zijn ex-partner).

Verzoeker is in deze klacht niet ontvankelijk.

Klachten over generalist moeder

Ad klachtonderdeel 2a (deze generalist heeft totaal geen poging gedaan/zich onvoldoende ingespannen, c.q. is er niet in geslaagd de moeder te overtuigen dat geen contact met Verzoeker schadelijk is voor het kind)

In het verweerschrift verklaart generalist van de moeder diverse malen geprobeerd te hebben om het contact tussen Verzoeker en zijn zoon via de moeder te herstellen (verweerschrift 1e lijns klachtprocedure, WOO Bijlage 5, pagina 3). Zij noemt:

  • n.a.v. het advies Veilig Thuis oktober 2019, het voorstel van moeder om contact tussen vader en zoon onder begeleiding van netwerk te laten plaatsvinden (p. 3, 4e alinea);
  • in de maand december 2019 wekelijks met moeder de stand van zaken besproken m.b.t. zoon en zijn gevoelens t.o.v. herstelcontact (zoon wilde alleen via Skype afspreken met vader);
  • in dezelfde maand via mail pogingen om afspraken te maken over omgangsregeling, moeder reageert dat ze graag wil dat relatie hersteld wordt maar dat zoon niet wil; -
  • op 23 december 2019 voorstel aan partijen om te kijken of een ontmoetingsplek kan worden gevonden voor leuke activiteit voor zoon met zijn vader;
  • maart 2020 neemt generalist van moeder contact op met de Raad voor de Kinderbescherming n.a.v. melding door de generalist van Verzoeker dat er nog steeds geen contact is en vraagt of er een mogelijkheid is voor herstelcontact op neutraal terrein tussen Verzoeker en zoon.

In voornoemd verweerschrift geeft generalist van verzoeker aan dat hij in verschillende gesprekken aan Verzoeker heeft aangegeven dat op geen enkele manier duidelijk is dat de moeder extra/bewust de zoon weghoudt bij de vader (p. 4, 2e alinea) en uit gezamenlijke gesprekken ook blijkt dat de moeder het belangrijk vindt dat er omgang op gang komt. Hij noemt als voorbeelden het gesprek op 6 november 2019 en 11 november 2019, waarbij beide generalisten aanwezig waren (p. 4, 2e en 3e alinea).

De klacht dat generalist van moeder totaal geen poging zou hebben gedaan, dan wel zich niet voldoende zou hebben ingespannen c.q. er niet in is geslaagd om moeder te overtuigen dat het schadelijk is dat er geen contact is tussen Verzoeker en zijn zoon, is door Verzoeker niet onderbouwd. Verzoeker is ook in onderhavige klachtprocedure niet ingegaan op het door WIJeindhoven aangevoerde verweer. Uit de verklaring van de generalist van moeder blijkt dat zij, ook als generalist van de ex-partner van Verzoeker, diverse pogingen en voorstellen heeft gedaan om het contact tussen Verzoeker en zijn zoon te bevorderen. Verzoeker heeft de verklaring van generalist van moeder niet weersproken.

Uit de verklaring van de generalist van vader volgt dat de moeder er niet van behoefde te worden overtuigd dat het schadelijk zou zijn voor het kind indien er geen contact zou zijn met Verzoeker.

Deze klacht is derhalve ongegrond.

In de overwegingen bij het klachtonderdeel 3 gaat de Ombudscommissie nader in op de door WIJeindhoven ingezette acties.

Ad klachtonderdeel 2b (Generalist van moeder heeft geschreven dat moeder rust ervaart door het kind niet meer te stimuleren naar vader te gaan, hetgeen volgens Verzoeker in strijd is met hetgeen de gedragswetenschappers en de Raad voor de Kinderbescherming hebben geadviseerd)

De schriftelijke weergave door generalist van moeder van de uitlating van de moeder dat zij rust ervaart door het kind niet meer te stimuleren naar vader te gaan, is een weergave van een subjectieve ervaring van de moeder. Een dergelijke ervaring en/of de schriftelijke optekening daarvan is niet voor betwisting vatbaar of in strijd met het door gedragswetenschappers en de Raad voor de Kinderbescherming erkende belang van contact tussen gescheiden ouders en kind. Anders zou het zijn als moeder zich principieel en definitief op het standpunt zou hebben gesteld dat contact tussen Verzoeker en zijn zoon niet van belang was, maar daarvan is geen sprake. Uit de door generalist van moeder opgetekende uitlating van de moeder is af te leiden dat de moeder haar zoon juist heeft gestimuleerd naar zijn vader te gaan en dat dit voor onrust zorgde. Dat het schriftelijk optekenen van de uitlating door de moeder strijdig zou zijn met hetgeen door gedragswetenschappers en/of de Raad voor de Kinderbescherming wordt voorgestaan, wordt door Verzoeker ook niet verder onderbouwd.

Deze klacht is derhalve ongegrond.

Ad klachtonderdeel 2c (Generalist van moeder heeft verzuimd om aan de Raad voor de Kinderbescherming te melden dat moeder niet meewerkt aan pogingen om het contact te herstellen en zoon weg houdt bij de vader)

De Ombudscommissie verwijst naar hetgeen zij hiervoor heeft overwogen ten aanzien van klachtonderdeel 2a. Dat de moeder (bewust) niet zou meewerken aan pogingen om het contact te herstellen en hun zoon weghoudt bij de vader, volgt niet uit hetgeen door de generalisten is verklaard. Van een verzuim aan de zijde van generalist van moeder om dit aan de Raad voor de kinderbescherming te melden, kan daarom ook geen sprake zijn.

Deze klacht is ongegrond.

Klachten over WIJeindhoven

Ad klachtonderdeel 3a. (WIJeindhoven krijgt het structurele gedragspatroon van dde moeder niet helder gemaakt en geadresseerd)

In het kader van een door Verzoeker in 2019 ingediende (en gehonoreerde) klacht over het aantal wisselingen van generalisten in korte tijd heeft de Klachtadviescommissie aan WIJeindhoven aanbevelingen gedaan over het verbeteren van de communicatie en administratie bij het vertrek van een generalist. Verzoeker verwijst naar deze, door hem overgelegde uitspraak van 6 augustus 2019 en stelt dat het aan WIJeindhoven was en is om het door hem beweerde structureel gedragspatroon van zijn ex-partner helder te maken. Verzoeker gaat eraan voorbij dat het aan hem zelf is om zijn stelling dat sprake zou zijn van een structureel gedragspatroon van zijn ex-partner te onderbouwen. Uit de overgelegde stukken blijkt niet van een structureel gedragspatroon van de moeder gericht op het weg houden van de zoon bij de vader. Door de generalisten aan beide zijden (zowel van de moeder als van Verzoeker) is juist aangegeven dat de moeder omgang van haar zoon met Verzoeker heeft gestimuleerd.

Deze klacht is ongegrond.

Ad klachtonderdeel 3b (WIJeindhoven heeft alleen SMI indicatie voor opvang zoon geregeld voor de dagen van de moeder en niet voor die van de vader) Allereerst merkt de Ombudscommissie op dat deze klacht kennelijk achterhaald is, in zoverre inmiddels ook het extra, door Verzoeker gewenste dagdeel SMI Kluppluz is geregeld. Verzoeker stelt dat hij problemen had ondervonden met deze aanvraag voor opvang omdat WIJeindhoven alleen voor de dagen van de moeder een SMI-indicatie wilde regelen en niet voor de dagen die Verzoeker nodig had. In het verweerschrift zoals ingediend in de 1e lijns klachtprocedure voor de Klachtenadviescommissie geeft generalist van moeder aan dat zij bij de aanvraag ook de door Verzoeker gewenste dagen had opgegeven en Verzoeker dat formulier ook heeft ondertekend. Uit zorgvuldigheid werd de aanvraag ook bij de SMIvakgroep neergelegd. De generalisten hebben in genoemd verweerschrift uitleg gegeven van de reden dat er voor de door Verzoeker gewenste dagen geen SMI-indicatie werd afgegeven. Het criterium bij een dergelijke indicatie is kennelijk of op de betreffende dagen opvang nodig is. Op de door Verzoeker gewenste dagen was deels alternatieve opvang mogelijk (door de moeder), deels was er geen noodzaak omdat de zoon op vrijdagmiddag vaak speltherapie had. Dat was de reden dat de aanvraag voor de betreffende dagen was afgewezen. Van onwil aan de zijde van beklaagde(n) bij de aanvraag is niet gebleken.

Deze klacht is ongegrond en achterhaald.

Ad klachtonderdeel 3c (WIJeindhoven heeft niet actief bemiddeld) Verzoeker geeft in de door hem in de 1e lijns klachtprocedure ingediende klacht van 7 juni 2020 aan dat zijn generalist duidelijke inzet heeft getoond. Maar omdat Verzoeker geen energie meer had om in contact te blijven met WIJeindhoven, heeft hij via een whatsappbericht op dezelfde datum het contact met zijn generalist verbroken. Uit het door de betrokken generalisten en hun teamleiders ingediende verweerschrift volgt dat ook generalist van moeder zich actief heeft ingezet voor Verzoeker en diens omgang met zijn zoon (zie de overwegingen bij klachtonderdeel 2a). Op pagina 8 van het verweerschrift is voorts een opsomming gegeven van de diverse, al dan niet in samenspraak met generalist van verzoeker uitgezette acties. Verzoeker heeft onderhavige klacht dat WIJeindhoven niet actief heeft bemiddeld niet nader onderbouwd en hij heeft ook niet gereageerd op de door WIJeindhoven in de 1e lijns klachtprocedure aangevoerde activiteiten en uitgezette acties. Uit de daarin opgesomde en weergegeven activiteiten volgt dat WIJeindhoven actief heeft bemiddeld in het (herstellen c.q. bevorderen van het) contact tussen Verzoeker en zijn zoon. Dat de bemiddelingen niet hebben geresulteerd in het door Verzoeker gewenste resultaat, doet niet af aan de door WIJeindhoven ingezette acties en verrichte inspanningen.

Deze klacht is ongegrond.

Het oordeel

Op grond van voornoemde overwegingen is de Ombudscommissie van oordeel dat de Verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn klacht aan het adres van zijn ex-partner.

De Ombudscommissie is voorts van oordeel dat de overige klachtonderdelen ongegrond zijn.

Eindhoven, 19 februari 2021,

De Ombudscommissie Eindhoven